Uitzendregeling eigen woning

Vermogensbestanddelen van een particulier vallen in beginsel in box 3 van de inkomstenbelasting. Er geldt een uitzondering voor de eigen woning. Deze valt in box 1. De inkomsten uit de eigen woning bestaan uit een percentage van de WOZ-waarde van de woning, verminderd met aftrekbare kosten zoals de betaalde rente van de financiering van de woning. De wet IB 2001 stelt als voorwaarde voor de kwalificatie als eigen woning dat de woning aan de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden als hoofdverblijf ter beschikking staat. Een woning behoudt de kwalificatie eigen woning tijdens een periode van leegstand als de woning in het kalenderjaar of in een van de voorafgaande drie jaren een eigen woning was en de woning bestemd is voor verkoop. Op verzoek van een belastingplichtige kan een woning, die ten minste een jaar de eigen woning is geweest, maar die tijdelijk niet als hoofdverblijf dient, als eigen woning worden aangemerkt. Voor deze zogenaamde uitzendregeling gelden als voorwaarden dat de woning in die periode niet aan derden ter beschikking is gesteld en dat de belastingplichtige geen andere eigen woning heeft. De voorwaarde, dat de woning niet aan derden ter beschikking wordt gesteld, houdt in dat de woning niet wordt verhuurd en dat niet wordt gedoogd dat derden de woning gebruiken. Dit geldt voor elke vorm van terbeschikkingstelling aan derden en dus voor gedeelten van de woning, ongeacht de hoogte van de vergoeding. Wel is in de jurisprudentie toegestaan dat een kraakwacht in de woning verblijft, mits deze geen vergoeding betaalt voor het gebruik van de woning. Er geldt geen uitzondering voor (vrijgestelde) kamerverhuur. Op grond van een goedkeurend besluit kan de uitzendregeling worden toegepast als kinderen in de woning blijven wonen. De goedkeuring geldt zolang het gaat om kinderen jonger dan 27 jaar die direct voorafgaand aan de uitzending tot het huishouden van de belastingplichtige behoorden. De kinderen mogen voor het gebruik van de woning geen huur betalen.

Wanneer niet aan de voorwaarden is voldaan, is geen sprake van een eigen woning. Dat betekent dat de woning en de daarop betrekking hebbende financieringsschuld van box 1 naar box 3 gaan. Het gevolg daarvan is dat de betaalde rente niet langer aftrekbaar is van het inkomen in box 1.

Volgens de Hoge Raad is de uitzendregeling niet van toepassing in de situatie waarin tijdens het verblijf van de ouders in het buitenland een dochter na het afronden van haar studie als uitwonend student tijdelijk terugkeerde naar de woning van haar ouders. De dochter behoorde niet meer tot het huishouden van haar ouders. Ongeacht eventuele financiële afhankelijkheid moet iemand, die als uitwonend student haar studie heeft afgerond, worden gezien als maatschappelijk zelfstandig. Wie maatschappelijk zelfstandig is, vormt geen onderdeel van het huishouden van de ouder(s). Het feit dat de terugkeer van de dochter slechts tijdelijk was, onderstreept dat zij niet weer deel is gaan uitmaken van het huishouden van de ouders.

Het verschil tussen het gebruik van de woning door een niet tot het huishouden behorend kind en een kraakwacht is gelegen in de specifieke beheertaak van de kraakwacht met betrekking tot de woning. Het gebruik van de woning door een kraakwacht wordt toegerekend aan de woningeigenaar.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20201667, 19/05223 | 22-10-2020

Actualiteiten

Minimumloon per 1 januari 2025

Minimumloon per 1 januari 2025

De minister van SZW heeft het minimumuurloon per 1 januari 2025 vastgesteld op € 14,06. Het referentiemaandloon, dat wordt gebruikt voor het vaststellen van de hoogte van diverse uitkeringen, bedraagt per 1 januari 2025 bruto €

Lees meer
Geen bouwdepot maar spaarrekening

Geen bouwdepot maar spaarrekening

Hof Den Bosch heeft in een procedure over een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2017 geoordeeld dat het saldo op een spaarrekening een bezitting is voor de rendementsgrondslag van box 3. De belanghebbende in de procedure meende dat het saldo

Lees meer
Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing

Bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing

Een echtpaar schonk hun dochter een deel van de onderneming. De dochter claimde de vrijstelling van schenkingsrecht voor ondernemingsvermogen op grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De inspecteur weigerde de vrijstelling, omdat de dochter

Lees meer