Aanpassen eigenwoningregeling in partnerschapssituaties en bij overlijden

In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van Financiën beschreven welke aanpassingen van de eigenwoningregeling bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners en bij overlijden van een van de fiscale partners gewenst zijn. De wetswijzigingen betreffen feitelijk de codificatie van een beleidsbesluit uit 2018 over de toepassing van de bijleenregeling bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners met een eigenwoningverleden.

• Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning wordt op gezamenlijk niveau bekeken of de partners voldoende eigen middelen hebben besteed aan de eigen woning.

• Als de eigenwoningschuld van een eerdere eigen woning groter is dan de eigenwoningschuld voor de nieuwe woning, ontstaat een aflossingsstand. De aflossingsstand bestaat uit het bedrag en de resterende looptijd in maanden van het overschot van de oude eigenwoningschuld. Bij verhoging van de eigenwoningschuld door verbouwing van de woning of door aankoop van een duurdere woning heeft de aflossingsstand invloed op de duur van de renteaftrek van de verhoging van de eigenwoningschuld. Bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning wordt de aflossingsstand toegepast op gezamenlijk niveau tot ten minste het bedrag van het aandeel in de schuld van de partner met de aflossingsstand.

• Bij de gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning kan door beide partners gebruik gemaakt worden van het overgangsrecht voor een op 1 januari 2013 bestaande eigenwoningschuld van een van de partners, naar rato van het aandeel in de gezamenlijke schuld.

• De overgang naar de fiscale partner van een aflossingsstand naar rato van de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap in het geval van boedelmenging vervalt. Een aflossingsstand blijft van de partner bij wie deze is ontstaan. Het bestaan van een huwelijksgemeenschap is niet langer bepalend voor de overgang van een aflossingsstand. Ook het overgangsrecht voor oude eigenwoningschulden wordt niet langer naar rato van de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap verdeeld.

• Het overlijden van een belastingplichtige leidt altijd tot een vervreemding van zijn aandeel in de eigen woning. Daardoor ontstaat een eigenwoningreserve, die samen met een eventuele bestaande eigenwoningreserve van rechtswege vervalt door het overlijden. De reserve gaat bij overlijden niet over op de langstlevende partner. Dat geldt ook voor een aflossingsstand.

• Het overgaan van het recht op toepassing van het overgangsrecht bij overlijden op de langstlevende partner in de oversluitperiode wordt niet langer dwingend voorgeschreven.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 20-09-2021

Actualiteiten

Aanpassingen kindgebonden budget

Aanpassingen kindgebonden budget

Het kabinet stelt een aantal aanpassingen van het kindgebonden budget voor:

Het maximumbedrag voor het eerste kind wordt verhoogd met € 750 per jaar.
Het maximumbedrag voor het tweede en volgende kinderen gaat met € 883 per jaar

Lees meer
Belastingplan 2024

Belastingplan 2024

Hoewel het kabinet demissionair is en het Belastingplan dus beleidsarm, is het totale pakket aan wetsvoorstellen omvangrijker dan ooit tevoren. Het pakket Belastingplan 2024 bestaat uit niet minder dan 15 wetsvoorstellen, met een breed palet aan

Lees meer
Tarieven en heffingskortingen

Tarieven en heffingskortingen

Het tarief in de eerste schijf van box 1 van de inkomstenbelasting wijzigt marginaal van 36,93 naar 36,97%. Dit tarief geldt tot een inkomen in box 1 van € 75.624. Het tarief in de tweede schijf blijft 49,5%. De algemene heffingskorting stijgt

Lees meer