Aftrek uitgaven voor inkomensvoorzieningen van buitenlands belastingplichtige: Schumacker-doctrine toegepast

Een inwoner van België, die in Nederland werkzaam is, wil de betaalde premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) in Nederland aftrekken. De inspecteur heeft de aftrek geweigerd. De vraag in een procedure voor de rechtbank is of een inwoner van België recht heeft op aftrek van de betaalde premies. De rechtbank moet oordelen of de weigering van de inspecteur terecht is.

Feiten

De belanghebbende woont in België en werkt in Nederland. In 2019 heeft hij aangifte inkomstenbelasting in Nederland gedaan als buitenlands belastingplichtige. Daarbij heeft hij € 4.994 aan premies voor een AOV bij een Nederlandse verzekeraar in aftrek gebracht. De inspecteur heeft deze aftrek geweigerd wegens het ontbreken van een inkomensverklaring uit België. Volgens de inspecteur voldeed de belanghebbende daardoor niet aan de voorwaarden om als kwalificerend buitenlands belastingplichtige te worden aangemerkt.

Standpunten van partijen

De belanghebbende betoogt dat hij recht heeft op aftrek van de premies, ondanks het ontbreken van een inkomensverklaring. Hij beroept zich op het Unierecht en specifiek op de Schumacker-rechtspraak van het Hof van Justitie EU. Volgens deze rechtspraak heeft een niet-ingezetene recht op aftrekposten in het werkland (in dit geval Nederland) als hij het grootste deel van zijn inkomen daar verdient en in zijn woonland weinig tot geen inkomen geniet.
De inspecteur stelt dat de Nederlandse wet duidelijk is: zonder inkomensverklaring wordt geen aftrek verleend. Hij verwijst naar de nationale wetgeving die vereist dat een buitenlandse belastingplichtige moet bewijzen dat hij in zijn woonland onvoldoende inkomen geniet om voor aftrek in Nederland in aanmerking te komen.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank volgt het standpunt van de belanghebbende en verwijst naar de Schumacker-doctrine. Volgens deze Europese jurisprudentie moet Nederland rekening houden met de persoonlijke en gezinssituatie van een belastingplichtige wanneer deze het grootste deel van zijn inkomen in Nederland verdient en in zijn woonland geen inkomsten van betekenis heeft. In dit geval heeft de belanghebbende meer dan 90% van zijn wereldinkomen in Nederland verdiend en slechts een klein deel van zijn inkomen in België. Dit betekent dat hij recht heeft op de volledige aftrek van de AOV-premies, ondanks het ontbreken van een inkomensverklaring.

De inspecteur stelt nog dat de aftrek pro rata moet worden berekend, omdat de belanghebbende inkomsten zou hebben uit verschillende landen, waaronder Zwitserland. De rechtbank heeft dit argument afgewezen. De belanghebbende heeft de beschikking over een onroerende zaak in Zwitserland, maar heeft daaruit geen inkomsten gehad. De door de inspecteur veronderstelde inkomsten uit andere landen zijn niet meegenomen in de vaststelling van het wereldinkomen van de belanghebbende. Dat betekent dat Nederland de aftrek volledig moet toekennen.

Advies 

Buitenlands belastingplichtigen, die in Nederland inkomsten genieten, moeten altijd proberen om een inkomensverklaring van hun woonland te verkrijgen. Als dit niet mogelijk is, biedt het Unierecht soms alsnog mogelijkheden voor belastingaftrek, zoals in deze zaak bleek.

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLINLRBZWB20246804, 23/10705| 13-10-2024

Actualiteiten

De kringloop die dacht slim te zijn met btw

De kringloop die dacht slim te zijn met btw

De margeregeling is volledig van toepassing op kringloopwinkels. Onder de huidige omstandigheden ondervindt de kringloopsector echter weinig tot geen voordeel van de margeregeling. Hun inkoopprijs is vaak nihil, zodat zij btw verschuldigd worden over

Lees meer
Lenen aan zuster zonder zekerheid

Lenen aan zuster zonder zekerheid

Een bv leent bijna drie ton aan haar zustervennootschap. Toen het misging en de lening waardeloos werd, wilde zij die afwaarderen ten laste van de winst. De Belastingdienst stak daar een stokje voor.De lening zonder waarborgenIn 2017 en 2018 leent de

Lees meer
Indexering griffierechten per 1 januari 2026

Indexering griffierechten per 1 januari 2026

Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari 2026 worden deze griffierechten verhoogd. De bedragen worden geïndexeerd met het percentage waarmee de consumentenprijsindex (CPI) sinds de vorige

Lees meer